Ons verleden aflevering 2 – De Smeetoren

Verzorgd door Pieter de Wit – Het gild moest in de middeleeuwen ook zorgen voor het onderhoud en de bewaking van een gedeelte van de stadsmuur; Ook de verdedigingstoren, die daar stond, moest door het gild onderhouden en bewaakt worden. Omdat de toren die aan het eind van de Smeestraat bij de wallen stond onder het beheer kwam van de smeden, werd deze toren de Smeetoren genoemd. In de 17e en 18e eeuw was Utrecht geen sterke vesting meer en de stad kon alleen verdedigd worden “ tegen eenen aanval van ligte troupen, welke geen canon met zich voeren ”. De Smeetoren behoefde niet langer als vestingtoren dienst te doen en kon nu voor andere doeleinden gebruikt worden.
In Utrecht had men de toren van het Huis Hasenberch, dat deel uitmaakte van het stadhuis op de Stadhuisbrug, gebruikt voor ” astronomische speculatiën “. Het Huis Hasenberch lag echter midden in de stad; toen in 1636 de Utrechtse universiteit gesticht was, gaf deze voor een sterrenwacht de voorkeur aan een rustiger omgeving. Op 16 mei 1642 besloot de vroedschap van Utrecht dat men in plaats van de toren van het Huis Hasenbergh “ tot astronomische speculatiën zal accomoderen de Smeetoren”. De spits van de Smeetoren werd gesloopt en op deze toren werd geplaatst “ een toornken voor astronomische speculatiën “, dat wil zeggen een achtkantig koepeltje met een leuning omgeven plat. De Smeetoren deed dienst gedurende twee eeuwen als sterrenwacht; toen werd deze verplaatst naar het stenen bolwerk Zonnenburg. In 1854 begon men met het slopen van de Smeetoren; in 1855 was deze toren tot op de fundamenten na, gesloopt. Toen in 1901 en 1902 de Bartholomeïbrug gebouwd werd, leverden de fundamenten van de Smeetoren nog de nodige vertragingen op, zodat de brug in plaats van op 1 april op 21 juni 1902 voor het publiek opengesteld kon worden.

In ons Gasthuis in de Smedenzaal hangt een prachtige afbeelding van de Smeetoren. In het tijdschrift Oud Utrecht is over dit schilderij geschreven, waarbij onder meer is vermeld dat het schilderij van de hand van J.W. Schubart is. Dit is onjuist getuige het hieronder vermelde. Het schilderij is door Jan Willem Schubart, van beroep huisarts, door hem in 1892 toen hij huismeester was, aan het Gasthuis geschonken. Schubart was ook al eerder huismeester en wel in de periode 1883 tot en met 1885 (PdeW).

12 juli 1988                                                                                                                                                     Van 15 juli 1988 tot en met 25 september 1988 in bruikleen aan het Centraal Museum afgestaan het schilderij gezicht op de Smeetoren van ca. 1825, verzekerd voor f 7.500,–. Het schilderij is toegeschreven aan L.D. Backer. Hierbij bevindt zich een aantekening over het betreffende schilderij.

21 juli 1988                                                                                                                                                            Brief van Drs. A.M. Janssens, directrice van het Centraal Museum Utrecht aan de Deken en de broeders van het St. Eloyen Gasthuis waarin wordt bedankt voor het in bruikleen afstaan van het schilderij van de Smeetoren voor de tentoonstelling Utrecht op schilderijen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *